Met de Limburgse Biodiversiteitsmonitor Melkvee legt Stichting Natuurinclusieve Landbouw Limburg vast hoe natuurinclusieve maatregelen op melkveebedrijven bijdragen aan biodiversiteit. Een onderdeel van daarvan is een steekproef met wormentellingen bij vier deelnemende boeren, onder wie Thieu Bongers uit Kelpen-Oler. Ook wordt bovengrondse biodiversiteit zoals vogels en insecten geteld.
De tellingen worden uitgevoerd door Natuurrijk Limburg, met als doel om te kijken of deze methode kan dienen als meetinstrument om biodiversiteit onder de grond aan te tonen.
Regenwormen worden vaak gezien als indicator voor bodemgezondheid. De tellingen moeten aantonen of er meer biodiversiteit waar te nemen is op een kruidenrijk grasland dan op een gangbaar grasland. ‘We willen weten of er op kruidenrijk grasland daadwerkelijk meer biodiversiteit waar te nemen is, en of dat op bedrijfsniveau te koppelen is aan natuurinclusieve maatregelen’, legt Sietse Hartman, LLTB-projectleider van Stichting Natuurinclusieve Landbouw Limburg. ‘De wormentelling is daarbij één van de mogelijke methoden om biodiversiteit inzichtelijk te maken, maar het draait om het totaalplaatje.’
De Biodiversiteitsmonitor kijkt naar de biodiversiteit op het gehele bedrijf. Daarbij wordt een score berekend op basis van meerdere indicatoren, zoals het percentage kruidenrijk grasland, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, en landschapselementen. ‘Het idee is dat bedrijven die natuurinclusieve maatregelen toepassen, zoals kruidenrijk grasland of weidegang, in potentie beter scoren op biodiversiteit dan meer gangbare bedrijven’, licht Hartman toe. ‘De wormentellingen zijn bedoeld om te testen of zulke scores ook zichtbaar zijn in het bodemleven.’
Op dinsdag 13 mei deden onderzoekers van Natuurrijk Limburg, Harm Kossen en Koen van Weelden, tellingen van wormen op drie locaties binnen drie van de percelen van Bongers. De melkveehouder zaaide afgelopen herfst een deel van zijn grasland in met een mengsel van kruidenrijk gras. In december 2024 werden op Bongers’ perceel op kruidenrijk grasland maar liefst 19 wormen per zode van 17 bij 17 centimeter en 25 centimeter diep aangetroffen. Dat is volgens hem omgerekend ruim 6.500 kilo wormen per hectare. ‘Dat is meer dan tien melkkoeien’, meldde Bongers destijds op het social mediaplatform X.
Medewerkers van @NatuurrijkLB telden vanmiddag voor de #biodiversiteitsmonitoring van #kruidenrijkgrasland maar liefst tot 19 #regenwormen in een graszode van 17 x 17 x 25 cm. Omgerekend per ha betekent dit ruim 6500 kg aan wormenvlees onder de grond. Meer dan 10 #melkkoeien!! pic.twitter.com/Wj9GmI2YKG
— Thieu Bongers (@bergewell) December 23, 2024
Hoewel eerdere tellingen in december 2024 piekwaarden van 19 wormen per zode lieten zien, lagen de aantallen bij de recent meting veel lager. ‘Dat is waarschijnlijk het gevolg van de aanhoudende droogte’, aldus Harm Kossen van Natuurrijk Limburg. ‘Bij droogte trekken wormen zich terug in diepere bodemlagen. Dat verklaart waarschijnlijk de lagere aantallen die we nu aantreffen, ongeacht het type grasland. Daarom zeggen momentopnames ook niet alles.’
Desondanks leveren de metingen waardevolle inzichten op. ‘Het helpt om het effect van beheerkeuzes te koppelen aan meetbare biodiversiteit, zowel boven als onder de grond’, zegt Hartman. ‘Als blijkt dat kruidenrijk grasland inderdaad bijdraagt aan een hogere biodiversiteit, kunnen we dat onderbouwen met data en niet alleen met aannames.’